donderdag 5 februari 2015

Vaccineren - wie doen het niet en waarom?

Gegil, gehuil en betraande kindergezichtjes – erg goede reclame voor vaccineren is het niet. En als je kind na de gevreesde prik ook nog eens verschijnselen van griep vertoond, is al helemaal de gedachte dat ‘dit toch niet goed kan zijn’ moeilijk te onderdrukken.  Ook al is de injectie maar klein en het ongemak erna kort, toch zouden veel ouders diep in hun hart liever het vaccineren overslaan.

Gelukkig doet het overgrote deel van deze ouders dit niet, omdat zij zich ervan bewust zijn dat vaccineren van levensbelang is. Het is het kleine offer dat kind en ouders brengen voor levenslange bescherming tegen ernstige ziekten zoals de mazelen, de kinkhoest en de bof. Bescherming die verder reikt dan alleen je eigen kring, maar doorwerkt voor kinderen die te jong of te verzwakt zijn (bijv. door ziekte) om zelf gevaccineerd te kunnen worden. Omdat zij bij voldoende vaccinatiedekking omringd worden door mensen die immuun zijn, lopen zij eveneens minder risico besmet te worden met ziekten waar zij extra kwetsbaar voor zijn. De Wereldgezondheidsorganisatie doet aanbevelingen wat betreft vaccinatiedekking om deze zogenaamde ‘groepsimmuniteit’ zoveel mogelijk te kunnen garanderen.



De dekkingsgraad wat betreft de vaccinatie voor de Bof, Mazelen en Rode Hond is vrij goed in Nederland. Op enkele gebieden na, is meer dan 95 procent van de bevolking gevaccineerd. In de regio’s waar de vaccinatiegraad lager is wonen veel mensen met de geloofsovertuiging dat kinderen niet gevaccineerd dienen te worden (de zogenaamde Biblebelt).



Recent (in 2008 en in 2013/2014) zijn er twee uitbraken van mazelen in Nederland geweest (zie RIVM). Dit had als resultaat dat hiervoor in totaal 184 kinderen in het ziekenhuis moesten worden opgenomen en er één kind is overleden. De epidemieën raakten voornamelijk kinderen van ouders die vanwege hun orthodox-protestantse geloofsovertuiging niet wilden vaccineren. De ziekte greep dan ook vooral om zich heen in de Biblebelt. Dat mazelen een allesbehalve onschuldige ziekte is wordt hier zeer helder beschreven door Jan Willem Nienhuys van stichting Skepsis.

Het feit dat er in deze gebieden af en toe een epidemie plaatsvindt is ernstig, maar ook voorspelbaar en een logisch gevolg van het niet vaccineren. Nederland is hier niet uniek in; andere Europese landen kennen hetzelfde probleem . In Groot-Brittanië was er in 2003/2004 een enorme daling in het aantal ouders dat hun kinderen vaccineerden tegen onder andere mazelen, met in Londen zelfs wijken met een vaccinatiegraad van onder de 60 procent. De onbeschermde generatie Britse kinderen werd vervolgens getroffen door een mazelenuitbraak in 2012/2013. Ook in Frankrijk zijn er grote gebieden waar de vaccinatiegraad lang niet voldoende is (Antona et al. 2013), met rampzalige gevolgen in 2011. Meer dan 5000 patiënten (met name kinderen) met mazelen moesten worden opgenomen in het ziekenhuis, waarbij er tien overleden als gevolg van de ziekte. Binnen landen als Spanje en Italië vonden eveneens mazelenepidemieën plaats in 2011 en 2012, zoals hieronder is te zien.




Een van de redenen waarom de mazelenvaccinatie controversieel is geworden heeft zijn oorsprong in een Brits onderzoek van Andrew Wakefield in 1998. Veel ouders in Groot-Brittannië (en later ook andere Europese landen en de VS) vaccineerden hun kinderen niet meer omdat hierin beweerd werd dat er een link bestaat tussen autisme en het vaccin tegen mazelen, bof en rode hond. De kwestie of vaccins wel veilig zijn domineerde de Britse media voor lange tijd. Ouders durfden vervolgens het vermeende risico om in te enten niet te nemen, waardoor veel kinderen die rond 2003 in Groot-Brittannië ter wereld kwamen niet zijn gevaccineerd. Achteraf is het onderzoek van de heer Wakefield frauduleus en onjuist gebleken en is er in de studies die volgden geen enkele link aangetoond tussen het vaccin en autisme (Deer, 2011).

In Frankrijk is gekeken of de lage vaccinatiedekking wellicht lag aan de beschikbaarheid van vaccins om geografische, financiële of culturele redenen. Echter, ook hier ging het steeds om een expliciete keuze van ouders of zorgverlener niet te vaccineren. Redenen hiervoor waren bijvoorbeeld angst voor bijeffecten, vermoedens dat er onveilige stoffen (bijv. kwik en aluminium) in de vaccins zitten, dat er ‘teveel vaccins te vroeg’ worden gegeven of een diepgeworteld wantrouwen ten opzichte van de farmaceutische industrie en de drang om ‘terug te keren naar een natuurlijke levenswijze’ (Balinska & Léon, 2007). Dit soort motieven om niet te vaccineren beperken zich niet alleen tot Frankrijk en duiken op in ieder land met een vaccinatie overheidsprogramma. Ouders in Nederland die een antroposofische levenshouding aanhangen vinden bijvoorbeeld dat het doormaken van kinderziekten als de mazelen een zinvolle betekenis heeft in de ontwikkeling van het kind. Uit een Zweeds onderzoek, waarbij telefonisch werd onderzocht welke redenen ouders aandroegen om niet in te enten, kwamen eenzelfde soort argumenten naar voren (Dannetun, Tegnell, Hermansson & Giesecke, 2005).

Op dit moment woedt er een mazelenepidemie in de VS, met als logisch gevolg dat er ook een verhitte discussie in de media wordt gevoerd over de vraag of vaccineren een vrije keuze van ouders zou moeten zijn. Een debat dat bij elke uitbraak van vaccinabele aandoeningen ook steeds in Europa wordt gevoerd. In Nederland blijft deelname aan het rijksvaccinatieprogramma vooralsnog vrijwillig. België verplicht de poliovaccinatie, waarbij Frankrijk ook vaccinaties tegen difterie en tetanus verplicht stelt. In Italië komt naast polio, difterie en tetanus daar verder nog een opgelegde intenting tegen Hepatitus B bij. De wetenschap staat aan de kant van verplicht stellen; vaccinaties zijn een van de meest goedkope, effectieve en veilige vormen van medicatie die er bestaan. Dit betekent niet dat alle vaccinaties altijd zonder risico zijn; ieder medicijn en elke medische handeling gaat gepaard met een zeker risico (wat ook niet wordt ontkent). In de gezondheidszorg wordt er echter uitgegaan van risk vs benefit, oftewel risico versus voordeel. De geschiedenis laat ons keer op keer zien dat het voordeel van vaccinaties veel groter is dan het risico; in de VS stierven er bijvoorbeeld in 1921 nog 15.000 mensen aan difterie (vóór het vaccin). Nu tegen deze ziekte wordt ingeënt is er sinds 2004 slechts nog één casus van difterie in de VS gemeld.

En hoe ik zelf denk over al dan niet verplicht vaccineren? Het verplicht stellen van een aantal basisvaccinaties zou in ieder geval een hoop kinderen het krijgen van bijzonder nare ziektes besparen. Daarbij zou het een duidelijke boodschap vanuit de regering zijn dat wetenschappelijke feiten de basis vormen voor het vaccinatiebeleid, in plaats van nergens op gebaseerde spookverhalen. Ieder kind heeft evenveel recht op goede (preventieve) zorg, onafhankelijk van wie zijn of haar ouders zijn - waarom zouden vaccinaties hier geen verplicht onderdeel van uit kunnen maken?

Antona, D., Lévy-Bruhl, D., Baudon, C., Freymuth, F., Lamy, M., Maine, C., Floret, D. & Parent du Chatele, I. (2013). Measles Elimination Efforts and 2008-2011 Outbreak, France, Emerging Infectious Diseases, 19(3).

Dannetun, E., Tegnell, A., Hermansson, G. & Giesecke, J. (2005). Parents’ reported reasons for avoiding MMR vaccination, Scandinavian Journal of Primary Health Care, 23, 149-153.

Deer, A. (2011). How the case against the MMR vaccine was fixed. British Medical Journal, 342, 77-82.