maandag 15 oktober 2012

Seks Misbruik

Het wordt meestal gezien als een plezierige activiteit: seks. Een intieme gebeurtenis tussen twee (of meer) personen die hebben ingestemd met datgene wat er plaatsvindt. Een moment waarbij genot, voortplanting of de ultieme uiting van liefde centraal staat. Maar wat als iemand een ander tot seks dwingt, en een daad van liefde en genot tot een daad van dwang en macht maakt?

Bij een verkrachting wordt een persoon door een ander gedwongen tot seks, vaak onder dreiging van psychisch of fysiek geweld. Dit wordt in Nederland gezien als een misdrijf en in de praktijk krijgen veroordeelde verkrachters, afhangend van de omstandigheden, een taak- of een gevangenisstraf. Onafhankelijk van of men dit over het algemeen een juist vonnis vindt, biedt het een interessant perspectief voor evolutionair psychologen. Onder deze evolutionair psychologen rijst allereerst de vraag in hoeverre verkrachting in Nederland nog evolutionair te verklaren valt: vroeger bestond er nog de ‘beloning’ voor het verspreiden van genetisch materiaal als de vrouw zwanger werd. Nu lijkt die kans steeds kleiner in een wereld waarin abortus en anticonceptiemiddelen steeds toegankelijker worden. Daarnaast kan het de dader tijd in de gevangenis kosten en wordt het daarna met een strafblad moeilijk een baan te vinden.

Over het algemeen overheerst de mening dat verkrachting een bijproduct is van een combinatie van persoonseigenschappen. Evolutionair gezien hoeft het geen voordelen meer op te leveren, zoals dit vroeger wel het geval was. Daarbij lijkt het erop dat het een adaptieve eigenschap is, wat betekent dat het alleen voorkomt bij bepaalde personen of tijdens specifieke omstandigheden. De voornaamste reden voor een verkrachting lijkt dan ook een combinatie van lust, controle en macht te zijn (Archer & Vaughan, 2006).
In de meeste gevallen is de vrouw het slachtoffer en de man de verkrachter.  Dean & Malamuth (1997) onderzochten bij welk type mannen de grootste kans bestond dat ze iemand zouden verkrachten. Zij deden dit door de mannelijke proefpersonen verschillende vragenlijsten te laten invullen, waarin onder andere naar verkrachtingsfantasieën en mate van empathie werd gekeken. Hieruit concludeerden zij dat mannen een grotere kans hebben een verkrachter te worden als zij een lage mate van empathie, een hoge mate van masculine aggressiviteit (bijv. aggressie tegen andere mannen) en een drang naar onpersoonlijke seks hebben.

Als de verkrachting niet plaatsvindt in een rechtstaat zoals Nederland, maar in een oorlogssituatie of in een land waarin er nauwelijks straffen op staan liggen de zaken anders. Tijdens de Vietnamoorlog, de oorlog in Bosnië of de Japanse bezetting van Nanking kwam verkrachting van burgers door soldaten veelvuldig voor. Uit een rapport van Amnesty International uit 2004 blijkt dat het bij deze verkrachtingen nauwelijks ging om seksuele bevrediging. Het wordt ingezet als machtsmiddel en wapen.

Massaverkrachtingen die vanuit een militair oogpunt plaatsvinden zijn vaak ‘gunstig’ in strategisch opzicht. Voor kleine groepen soldaten of gewapende rebellen is het risicovol in grote vuurgevechten verzeild te raken, door grote kans op verliezen en overmacht van de tegenpartij. Het is dan makkelijker burgers te intimideren en aan te vallen. Daarbij zorgt een massaverkrachting, in tegenstelling tot een massaslachting, doorgaans voor minder internationale aandacht, wat gunstig is voor de aggressors. Een stapel lijken spreekt voor zich, maar slachtoffers van verkrachting zijn vaak te beschaamd om zich uit te spreken.

In meer ethnische conflicten worden massaverkrachtingen gebruikt om de grenzen tussen groepen opnieuw te trekken en de aanvallende groep als superieur te bestempelen. Door het verkrachten van de vrouwen wordt daarbij het nageslacht van de ‘inferieure groep’ in gevaar gebracht omdat de kinderen die voortkomen uit de verkrachting een andere etniciteit hebben. In de oorlog in Bosnië werd volgens een rapport van de VN systematische verkrachting als strategisch wapen ingezet bij de ethnische zuiveringen die plaatsvonden. Ook verzwakt het de toekomst van de aangevallen groep, zeker bij de conflicten in bijvoorbeeld Soedan (Afrika), omdat het gevaar van HIV/AIDS besmetting zeer groot is en zowel de vrouwen als de kinderen geinfecteerd kunnen raken.

In landen waar geen oorlog heerst en waarin vrouwen per definitie weinig rechten hebben ( het ‘bezit’ zijn van hun familie of echtgenoot) speelt lust van de man wel weer een rol. Maar ook hier wordt het gebruikt als controle- en pressiemiddel. In landen als Kazachstan of Rwanda bestaat er zelfs een sociale acceptatie van het gebruik dat een man zelf zijn vrouw uitkiest, haar ontvoert en verkracht. Aangezien hierna de maagdelijkheid in het geding is en de vrouw misschien zwanger is, heeft zij  geen andere keuze dan met haar verkrachter te trouwen. Eenmaal binnen het huwelijk wordt het hebben van seks met een vrouw tegen haar wil nauwelijks benoemd als verkrachting. De vrouw wordt gezien als bezit van haar man en haar mening op lichamelijk gebied doet er weinig toe. In een review van Watts & Zimmerman (2002) is gekeken naar longitudinale onderzoeken in vijfitg verschillende landen over seksueel geweld tegen vrouwen door hun echtgenoten. Hieruit bleek dat bijvoorbeeld in landen als Canada en Zwitserland tussen de tien en dertien procent vrouwen slachtoffer zijn (geweest) van seksueel misbruik/geweld door hun partner. In Egypte, Zimbabwe en India varieert dit tussen de twintig en vijfendertig procent.

Het feit dat er elke dag een groot aantal vrouwen slachtoffer wordt van seksueel geweld heeft grote gevolgen op zowel individueel als collectief niveau. Uit een onderzoek van Resick (1993) blijkt dat een verkrachte vrouw een grotere kans heeft op angststoornissen, depressie, seksuele problemen en sociale aanpassingsproblemen. In sommige landen kan ze worden verstoten door haar man of zelfs helemaal worden verdreven uit haar gemeenschap. In oorlogssituaties zijn de slachtoffers van verkrachtingen vaak een vergeten groep. In Japan strijden de zogenaamde ‘troostmeisjes’ (vrouwen die gedwongen als prostituees moesten werken voor Japanse soldaten in de Tweede Wereldoorlog) nog steeds om erkenning. In Bosnië bestaat er nog steeds een taboe op de massaverkrachtingen van moslimvrouwen tijdens de Bosniëoorlog, zodat deze vrouwen twee keer slachtoffer zijn geworden: eerst bij de verkrachtingen zelf en daarna doordat ze vergeten zijn. Psychische en fysieke problemen als gevolg van het seksuele geweld zijn daardoor onbehandeld  gebleven.

Volgens de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie is rust en steun van de omgeving als eerste nodig bij de verwerking van een verkrachting. Als het slachtoffer hier behoefte aan heeft kan zij psychotherapie volgen om haar te helpen de traumatische gebeurtenis een plaats te geven. Dit wordt in de meeste gevallen in Nederland volledig vergoed. Als het gaat om de slachtoffers van verkrachting in oorlogssituaties heeft de VN Commissaris voor de Vluchtelingen in 1995 richtlijnen vrijgegeven inzake de preventie en bestrijding van seksueel geweld. Deze richtlijnen bevatten onder andere bepalingen voor de registratie van seksueel geweld, het opleiden en trainen van medewerkers en voor medische zorg en procedures om verder trauma te vermijden bij de slachtoffers.

Het is moeilijk voor slachtoffers van verkrachting seks na verloop van tijd weer te zien als iets fijns. Los van de psychische (en soms ook fysieke) schade na seksueel geweld, is dit een extra last om te dragen. Een eventuele nieuwe relatie begint met een hoop bagage en in sommige culturen is de kans op een echtgenoot of gezin voorgoed verkeken. En al het goede en mooie dat seks kan betekenen - het bedrijven van de liefde, het ervaren van genot, het intieme dat je met iemand deelt - is tot iets lelijks gemaakt. Het is dan ook van groot belang dat er aandacht is en blijft voor slachtoffers van verkrachting. Slachtoffer zijn van verkrachting is verschrikkelijk, maar vergeten worden, beschuldigd worden van uitlokking of verstoting, treft iemand dubbel.
Kirsten

Bronnen

Dean, K. E. & Malamuth, N. M. (1997). Characteristics of men who aggress sexually and of men who imagine aggressing: Risk and moderating variables, Journal of Personality and Social Psychology, 72(2), 449-455.

Archer, J. & Vaughan, A. E. (2001). Evolutionary theories of rape, Sexualities, Evolution & Gender, 3(1), 95-101.

Watts, C. & Zimmerman, C. (2002). Violence against women: global scope and magnitude, The Lancet, 359(9313), 1232-1237.

Resick, P. A. (1993). The Psychological Impact of Rape, Journal of Interpersonal Violence, 8(2), 223-255.

http://www.amnesty.org/en/library/info/AFR54/076/2004 - Amnesty international (2004). Sudan: Darfur: Rape as a weapon of war: sexual violence and its consequences

http://www.reliefweb.int/rw/RWFiles2009.nsf/FilesByRWDocUnidFilename/SNAA-7X94Y8-full_report.pdf/$File/full_report.pdf - UN General Assembly Security Council (2009). Report of the International Tribunal for the Former Yugoslavia)

*Dit artikel is eerder verschenen in het studentenmagazine 'De Spiegeloog'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten